Belanghebbendenreglement

Het Nationaal Bestuur van de Nationale Vereniging De Zonnebloem (hierna: "de Vereniging") besluit, met inachtneming van de statuten van de Vereniging ("statuten"), het navolgende belanghebbendenreglement vast te stellen:

1. Algemeen

1.1 Het Nationaal Bestuur van de Vereniging informeert hen die belang hebben bij het functioneren van de Vereniging, of die voor de Vereniging belangrijk zijn om haar publieke en maatschappelijke rol als maatschappelijke instelling te vervullen. Het informeren van belanghebbenden heeft betrekking op het functioneren van de Vereniging in het algemeen, het besturen daarvan en het toezicht houden daarop.

1.2 De Vereniging kent naast het personeel van de Vereniging in ieder geval de volgende belanghebbenden:

  • bij de Vereniging betrokken vrijwilligers (leden);
  • doelgroep(en) van de Vereniging, donateurs/ondersteunende leden, subsidieverstrekkers, loterijen en maatschappelijke fondsen, samenwerkingspartners;

2. Inhoud communicatie

2 . 1 De Vereniging richt haar communicatie zo in dat de door haar, al dan niet op verzoek, te verstrekken informatie:

  • relevant is voor belanghebbenden;
  • eenduidig is en niet voor meerdere interpretaties vatbaar;
  • toegankelijk is voor belanghebbenden, zowel wat betreft de inhoud als wat betreft de ter beschikkingstelling.

2 . 2 Alle op grond van dit reglement ter beschikking te stellen en hierna te noemen informatie is in elk geval via het Nationaal Bureau te Breda opvraagbaar dan wel via de internetsite van de Vereniging raadpleegbaar. Op verzoek van een belanghebbende - al dan niet expliciet of reeds opgenomen in een subsidiefinancieringsvoorwaarde - wordt de informatie kosteloos verstrekt.

2 . 3 De Vereniging informeert belanghebbenden in elk geval over de inhoudelijke invulling van goed bestuur, door bekendmaking van de volgende zaken:
a. de doelstelling van de Vereniging (statuten);
b. de wijze waarop de doelstelling is vertaald in visie en beleid en voor zover mogelijk beoogde resultaten, alsmede de overwegingen daarachter ((meerjaren)beleidsplan en jaarverslag);
c. het jaarplan met in elk geval informatie over de verwachte inkomsten, de geplande besteding van middelen aan het goede doel en daarbinnen aan concrete programma’s en activiteiten, de beoogde resultaten (en indien die niet kunnen worden aangegeven: de redenen daarvoor), het deel van de middelen dat wordt besteed aan fondsenwerving en aan ondersteunende functies, alsmede hoe wordt omgegaan met financiële reserves (begroting, (meerjaren)beleidsplan, alsmede eventuele intern geldende richtlijnen ten aanzien van de besteding van uit fondsenwerving verkregen middelen);
d. wat in de afgelopen periode de daadwerkelijke resultaten van de besteding van middelen aan het goede doel waren en wat de bestaande reserves zijn (jaarrekening en jaarverslag);
e. de methoden die worden gebruikt voor fondsenwerving, waar de verkregen middelen voor zullen worden ingezet, hoeveel opbrengsten nodig zijn en hoeveel van de opbrengsten voor het betreffende goede doel zijn bedoeld (beschrijving van beleid fondsenwerving in het (meerjaren) beleidsplan en de verantwoording daarover in jaarverslag en jaarrekening).
f. de verhouding tussen kosten en opbrengsten van fondsenwerving in de afgelopen periode en de besteding van de opbrengsten aan de bij de werving aangegeven doelen (jaarrekening en jaarverslag);
g. hoe wordt omgegaan met vrijwilligers en de leden, zowel het beleid als de realisatie in de afgelopen periode ((meerjaren)beleidsplan en jaarverslag);
h. welke voorzieningen voor (financiële) (risico-)beheersing de organisatie toepast en de werking daarvan (begroting en jaarrekening, en eventueel geldend zelfstandig treasury-/ beleggingsbeleid).

2.4 Het Nationaal Bestuur legt voorts verantwoording af over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het scheiden van de functies bestuur en toezicht. In dat kader maakt het Nationaal Bestuur, al dan niet door middel van opname in het (meerjaren)beleidsplan en het jaarverslag, de volgende aspecten van de functies van "besturen" en "toezicht houden" openbaar: 

a. de wijze waarop de functies van besturen en toezicht houden zijn georganiseerd, welke organen daartoe zijn ingesteld, wie welke taken heeft en wat de werkwijze is;
b. welke personen deel uitmaken van het Nationaal Bestuur en de Directie, de relevante nevenfuncties, de datum van benoeming en
benoemingstermijn en of het lid al dan niet in aanmerking komt voor herbenoeming;
c. de bezoldiging en vergoedingen van de Directie;
d. de geldende onkostenvergoedingsregeling voor de leden van het Nationaal Bestuur en de vergoeding die in het afgelopen jaar is betaald;
e. de profielschets en selectieprocedure voor leden van de Directie en het Nationaal Bestuur, en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan bij de (her)benoeming van leden;
f. de belangrijkste werkzaamheden van de Directie en het Nationaal Bestuur, waaronder het aantal vergaderingen en de belangrijkste
behandelde onderwerpen, alsmede andere belangrijke activiteiten van het betreffende orgaan of van vertegenwoordigers daarvan;
g. het Directie- en bestuursreglement;
h. of en in hoeverre de Vereniging voldoet aan de criteria van de Erkenningsregeling van goede doelen.

3. Inbreng individuele belanghebbenden

3.1 De Directie is namens het Nationaal Bestuur belast met de kennisneming van ideeën, opmerkingen, wensen en klachten van een belanghebbende en stelt de belanghebbende binnen vier weken op de hoogte over de wijze waarop de Vereniging met de inbreng zal omgaan. Zie de klachtenregeling.

3.2 Een belanghebbende kan zijn inbreng richten aan:
Vereniging De Zonnebloem
T.a.v. de Directie
Postbus 2100
4800 CC BREDA
of mailen naar: dienstencentrum@zonnebloem.nl

3.3 Indien sprake is van een klacht, al dan niet zijnde een geschil tussen de Vereniging en de belanghebbende en niet zijnde een arbeidsrechtelijk conflict tussen de Vereniging en een personeelslid van de Vereniging, zal de Directie zich inzetten te zoeken naar een minnelijke oplossing met de klager. Indien de Directie van mening is dat een minnelijke oplossing redelijkerwijs niet van de Vereniging kan worden verwacht, wijst zij de klacht af. De Directie doet van een afwijzing terstond melding aan het Nationaal Bestuur.

3.4 De Vereniging legt jaarlijks in het jaarverslag verantwoording af over de wijze waarop zij met de inbreng van belanghebbenden is omgegaan en meldt het aantal ideeën, opmerkingen, wensen en klachten van belanghebbenden.

4. Slot

4.1 Bij de ter beschikkingstelling van informatie neemt de Vereniging de vigerende regels voor privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in acht, waaronder de in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) opgenomen verplichtingen.

4.2 In bijzondere omstandigheden en om het Nationaal Bestuur moverende redenen kan het Nationaal Bestuur besluiten belanghebbenden niet, danwel slechts op aanvraag, de in dit reglement bedoelde informatie te verstrekken. Een moverende reden kan slechts gelegen zijn in de verwezenlijking van de doelstelling van de Vereniging en betrekking hebben op het belang van de
Vereniging.