Zonnebloem heeft de meeste Ria’s van Nederland

Ria Bosken uit Den Burg zet zich al jaren in als vrijwilliger voor de Zonnebloem. Dat doet ze samen met maar liefst 800 andere vrouwen die ook Ria heten. Elke week zijn deze Ria’s en alle andere Zonnebloemvrijwilligers actief in vrijwel elke wijk, dorp en stad in Nederland. De vereniging heeft in totaal 40.000 vrijwilligers. Bij de mannen staat met een aantal van 411 de naam Jan op één. De Zonnebloemvrijwilligers verrijken al bijna zeventig jaar het leven van mensen met een lichamelijke beperking. Bosken geniet volop van haar Zonnebloemwerk. “Ik krijg een kick als ik zie dat mijn deelnemer plezier heeft”, vertelt ze.

Vriendschappen

Jaarlijks nemen zo’n 114.000 mensen deel aan de tienduizend activiteiten van de Zonnebloem. Er zijn dagjes uit naar attractieparken, musea, et cetera. Ook zijn er regelmatig muziek- en knutselmiddagen. Daarnaast zijn er de aangepaste Zonnebloemvakanties, waar ongeveer achtduizend mensen aan deelnemen. Voor veel mensen met een lichamelijke beperking is het hotelschip MPS de Zonnebloem de enige manier om op vakantie te gaan. Maar veruit het belangrijkste werk zijn de 1,2 miljoen bezoeken aan huis. Dat varieert van een gezellig kopje koffie drinken tot een wandeling maken. Marc Damen, directeur van de Zonnebloem, heeft groot respect en veel bewondering voor de bevlogen en betrokken vrijwilligers. “Onze deelnemers en vrijwilligers pakken vaak samen een hobby op, gaan naar de film of gaan winkelen. Er ontstonden al vele vriendschappen.” Dat geldt ook voor Bosken. Sinds twee jaar is zij bevriend met Ria Lups, die lijdt aan MS en gebonden is aan een rolstoel. De twee zijn van dezelfde leeftijd zijn en hebben genoeg om over te kletsen.

Opbloeien

Veel vrijwilligers blijven decennia werkzaam voor de Zonnebloem. Damen: “Dit jaar hebben onze Ria’s, Jannen en alle andere vrijwilligers met hun bevlogen inzet en hartverwarmend enthousiasme weer heel wat mensen in hun hart geraakt. Onze deelnemers hebben door die persoonlijke aandacht en goede zorgen weer kunnen genieten. Ze zijn weer opgebloeid. Zo bewijzen we als vrijwilligersorganisatie iedere dag dat er zoveel meer kan dan we denken.”