Face to face contact is zeldzaam geworden. Ook in mijn revalidatietraject. De meeste consulten gaan per telefoon en vragen kunnen via email gesteld worden. Na mijn tussenevaluatie staat er een face to face consult gepland in het revalidatiecentrum met de revalidatiearts en arts-assistent. Face to face zodat de revalidatiearts naar me kan kijken. Hoe ik nu beweeg, waar ik moeite mee heb, waar ik pijn heb. De centrale vraag is wat de volgende stap wordt in mijn proces.
Ik zit in mijn rolstoel tegenover de arts en arts-assistent. “Kun je gaan staan en een paar stappen zetten, zodat we kunnen zien hoe je loopt?” Ik knik en sta op. “We kunnen je enkels en voeten niet goed zien. Kun je je broek opstropen?” Ik knik opnieuw en doe wat ze vragen. Het lopen doet pijn en gaat niet gemakkelijk. De arts zegt niets, maar kijkt aandachtig. “Ik wil even naar je gewrichten kijken.” Ik doe mijn schoenen uit en ga op de rand van het doktersbed zitten. De arts begint mijn voeten te bewegen. Ze kijkt naar mijn enkels, knieën, heupen, alle gewrichten komen aan bod. Elk gewricht moet laten zien of het werkt zoals het zou moeten werken. Ik probeer te ontspannen terwijl pijn door mijn lichaam schiet. Ik begin ervan te zweten. Koudzweet. “Het doet pijn.” Zeg ik.
Als ik weer in mijn rolstoel zit, vertelt de revalidatiearts over compensatie. “Omdat je erg flexibel bent, moet je bij elke beweging compenseren. Als je niet zou compenseren, val je om.” Er gaat een belletje rinkelen. Ik val vaak zomaar ineens. Dat heb ik altijd vreemd gevonden. “Al dat compenseren is eigenlijk veel te zwaar voor je banden en spieren. Die zijn dus altijd pijnlijk en overbelast. En dan heb je daar nog de auto-immuunziektes overheen.” Ik luister. “Het kan niet ineens alles uitmaken, maar misschien wel verlichting geven, als je orthopedische schoenen krijgt.” Ik denk na over wat de arts zegt en wat het voor mij betekent om orthopedische schoenen te moeten. Misschien dat de arts iets merkt van mijn bedenkingen want ze zegt meteen: “ze zijn best mooi, tegenwoordig. Je hoeft er echt niet van te schrikken hoor. Waarschijnlijk krijg je gewoon leuke laarsjes en dat vertel je niet. Niemand die het ziet.” Ze vervolgt met: “het lijkt ons beter om pas een nieuw oefentraject te beginnen als je je orthopedische schoenen hebt. Meestal duurt het ongeveer een half jaar voordat ze er zijn.” Ik had gehoopt dat ik eerder met een nieuw oefentraject zou kunnen beginnen en voel teleurstelling. Tegelijkertijd kan ik me voorstellen dat het meer zin heeft om te wachten op de schoenen. De dag na de afspraak met de arts, maak ik meteen een afspraak met de orthopedische schoenmaker. Ik kom op de wachtlijst en zal een aantal weken moeten wachten totdat we kunnen beginnen. Het is niet gemakkelijk om geduldig te blijven. Ik zie mijn traject als een proces met kleine stappen. Zolang ik vol blijf houden, kom ik vooruit.