'Bij de Zonnebloem hoef ik me niet te bewijzen'
Op het eerste oog lijkt er niets aan de hand met haar. Toch veranderde het leven van Lilian (58) een paar jaar geleden in één klap. Door een reeks van ongelukken stopte haar werk als IC-verpleegkundige. Ze kwam thuis te zitten met niet-aangeboren hersenletsel. Ze raakte geïsoleerd, totdat de Zonnebloem in haar leven kwam. Nu zit Lilian bij de jongerenafdeling van Peel en Maas. “Hier mag ik zijn wie ik ben en maakt het allemaal niet uit.”
Het is 2010 als Lilian in de auto bij een stoplicht staat te wachten. Een dag zoals altijd, onderweg voor de avonddienst in het ziekenhuis. Maar dan botst een andere auto van achteren tegen haar aan. Het is de eerste van vijf ongelukken die Lilians leven uiteindelijk ingrijpend veranderen.
Een zware val met de racefiets. Een gewicht dat op haar voet valt. Ze zorgen er na revalidatie voor dat Lilian van intensive care-verpleegkundige naar roostermaker gaat. “En het is bijna niet te filmen”, zegt ze zelf. “Ik ben weer een paar maanden aan het werk als ik voor de rotonde sta te wachten, en er wéér een auto achter op de mijne botst.”
'En ineens zit je thuis'
Ze wil natuurlijk absoluut niet arbeidsongeschikt worden verklaard. Als hardloper in haar vrije tijd is ze een echte doorzetter. Het lukt in eerste instantie om ook deze keer te revalideren. Maar dan blijkt dat ze haar hersenen toch te zwaar heeft belast. Ze wordt onwel tijdens het werken en valt achterover. Op haar hoofd. Dat vijfde ongeluk zorgt er, elf jaar na die eerste botsing, voor dat Lilian op jonge leeftijd niet meer kan werken. Niet-aangeboren hersenletsel, is de diagnose.
“Mijn hele leven staat dan natuurlijk op zijn kop”, legt Lilian uit. “Ik had een baan met heel veel sociale contacten. Ik zat in een groot team met altijd andere mensen. Ik had veel contact met patiënten. En ineens zit je thuis. Helemaal alleen, want mijn man moet werken. Dan denk je: potverdikkie, is dit nou mijn leven?”
Omdat het werk in het ziekenhuis erg hectisch en druk kon zijn, genoot Lilian thuis altijd van haar rust. “Ik vond het heerlijk om in de tuin bezig te zijn, mijn ding te doen en te sporten”, vertelt ze. “Ik was naast mijn werk helemaal niet zo sociaal ondernemend. Ik hield er juist van om buiten het werk om, op mezelf te zijn.”
Maar zonder werk valt het sociale aspect daarvan helemaal weg. En het hersenletsel zelf zorgt ervoor dat ze heel gevoelig is voor prikkels. “Als ik overprikkeld raak, dan word ik erg moe en ziek.” Zoiets simpels als naar een verjaardag gaan, wordt een keuze waar Lilian heel goed over moet nadenken.
'Ze weten niet beter'
Haar grote sporttalent, hardlopen, laat ze echter niet los. Ze deed het altijd goed op Nederlandse kampioenschappen sprint. “Maar ik was in het begin wel een beetje bang om dat sprinten weer op te pakken”, zegt Lilian. “Want mensen vinden daar al heel snel iets van. Niet kunnen werken, maar wel hardlopen.”
Dat waar ze bang voor is, gebeurt ook. Mensen begrijpen niet dat Lilian met niet-aangeboren hersenletsel, een aandoening die je dus niet kunt zien, toch blijft sporten. Ondanks goede afspraken met de bedrijfsarts, hoort ze het terug.
“Dat raakte mij enorm. Ik heb het erover gehad met mijn huisarts. Die zei: dat komt omdat zij het niet begrijpen. Ze weten niet beter.” Die houding zorgt ervoor dat Lilian het toch naast zich neer kan leggen en gewoon blijft hardlopen en trainen. “Dat doe ik wel alleen, niet in een groep”, vertelt ze. “Want zo zorg ik ervoor dat niet overprikkeld raak.”
'Hier maakt dat allemaal niet uit'
Het is een jaar of twee geleden als Lilian in aanraking komt met de Zonnebloem. “Ze kwamen hier aan de poort om loten te verkopen”, vertelt ze. “Ik vroeg toen: wat doet de Zonnebloem eigenlijk? Die mevrouw vertelde dat ze er zijn voor mensen met een lichamelijke beperking. En ook voor mensen met niet aangeboren hersenletsel.” Dat verbaasde Lilian een beetje. “Zo is de Zonnebloem nooit op mij overgekomen.
Het gesprek aan de poort veranderde veel voor Lilian. Een paar maanden nadat zij haar diagnose kreeg, overkwam haar broer (53) hetzelfde. Hij kreeg een hersenbloeding. “Ik zei toen: oh, maar dat is dan misschien ook wel iets voor mijn broer en ik. En toen is het balletje gaan rollen. We zijn lid geworden van de jongerenafdeling en dan word je dus uitgenodigd voor activiteiten.”
Het is eerst nog moeilijk voor Lilian om ook echt te gaan. “Ik vond dat heel confronterend”, legt ze uit. “Want dan ben je dus echt iemand met een beperking, terwijl ik dat eigenlijk gewoon wist. Maar je moet het onder ogen komen en dat is heel lastig. Het heeft bijna twee jaar geduurd.”
Het is een Grieks etentje dat Lilian en haar broer over de streep trok. “Dat beviel ons heel erg goed. Ik zat daar met een gevoel van: ik hoef me niet te bewijzen. Ik ben wie ik ben en ik word geaccepteerd. Iedereen hier heeft veel meegemaakt. Mijn verhaal is niet leuk om te horen, maar dat van andere mensen ook niet. Hier maakt dat allemaal niet uit. Daardoor krijg je ook echt het gevoel: we zijn allemaal goede en normale mensen.”
Samen sporten
Tijdens het kerstdiner, de tweede activiteit die Lilian en haar broer bezoeken, ontmoet Lilian iemand anders die net zo sportief is als zij. “Ze vertelde haar verhaal en zei dat ze wilde trainen voor de marathon op de handbike. Ze zocht een plek, maar kon nergens terecht.
“Toen dacht ik: dat moet toch gewoon kunnen? Al is het op de momenten waarop ik train. Dus dat hebben we geregeld. Nu traint zij ook op de atletiekbaan. Op die manier heb ik ook weer iets kunnen betekenen voor iemand anders met een beperking. Dat geeft een heel fijn gevoel en dat brengt de Zonnebloem dus ook. Als ik niet naar de Zonnebloem was gegaan, dan was dit ook niet gebeurd.”