Het percentage afdelingsdeelnemers dat huisbezoek wil ontvangen of aan activiteiten van de Zonnebloem mee wil doen, is veel groter dan de groep die op dit moment wordt bereikt. Dat blijkt uit het nieuwste Imago- en behoefteonderzoek dat in juni van dit jaar onder bijna 4.000 (potentiële) deelnemers is gehouden. Van de potentiële deelnemers geeft 32% aan van minimaal één Zonnebloemdienst gebruik te willen maken. In 2019 was dit nog 23%.
Opvallend is dat nog altijd veel afdelingsdeelnemers niet bekend zijn met het aanbod van de Zonnebloem. Ze zijn het meest bekend met de uitjes van hun afdeling (73%). Daarna volgen het huisbezoek (67%), lokale activiteiten in de buurt/een buurthuis (61%), de vaarvakanties (60%) en de afdelingsvakanties (49%).
Groot gat
Tussen bekendheid en gebruik gaapt een groot gat. Dat was er bij het Imago- en behoefteonderzoek in 2019 ook al, maar is behalve bij het huisbezoek groter geworden. Meest logische verklaring daarvoor is corona. Van de afdelingsdeelnemers heeft 32% de laatste twee jaar aan een uitstapje deelgenomen, 36% heeft huisbezoek ontvangen en 41% heeft deelgenomen aan een lokale activiteit in de buurt of in een buurthuis. Het percentage afdelingsdeelnemers dat graag huisbezoek wil ontvangen of aan activiteiten, uitjes en vakanties mee wil doen, is echter veel groter dan de groep die op dit moment wordt bereikt. Zo geeft 47% aan graag huisbezoek te willen ontvangen, 70% wil graag aan een uitstapje deelnemen en 59% aan een lokale activiteit in de buurt of in een buurthuis.

Vaardeelnemers en pashouders
De 314 vaarvakantiedeelnemers en 471 pashouders van de Zonnebloemauto die aan het onderzoek meededen, hebben logischerwijze vooral interesse in de vaarvakanties en de Zonnebloemauto. Toch is 34% van de vaardeelnemers ook geïnteresseerd in uitjes met een afdeling, terwijl 31% het leuk zou vinden om met een afdeling op vakantie te gaan. Bij de pashouders liggen deze percentages op 15% en 10%.
Potentiële deelnemers
Onder de 843 potentiële deelnemers die aan het onderzoek meededen, is de naamsbekendheid van de Zonnebloem met 98% hoog. Het percentage dat aangeeft inhoudelijk te weten wat de Zonnebloem doet, is tussen 2019 en 2022 echter gedaald van 74% naar 68%. De uitstapjes en vaarvakanties zijn met respectievelijk 56% en 55% het meest bekend. Een derde (32%) geeft na een omschrijving gelezen te hebben, van minimaal één Zonnebloemdienst gebruik te willen maken. In 2019 was dit nog 23%. De vaarvakanties staan met 14% op de eerste plaats, gevolgd door uitstapjes in het land (13%).
Blokkades
Veel (potentiële) deelnemers geven in het onderzoek aan problemen te ervaren als zij eropuit willen gaan. De meeste problemen ervaren zij rondom straten en wegen, toegankelijkheid van gebouwen, energieniveau en mobiliteit, vooral in en rond de eigen woonplaats. Straten rondom huis staan vol blokkades, horeca en winkels zijn slecht toegankelijk en een kort ritje van A naar B zorgt geregeld voor problemen. Bijna driekwart van de deelnemers die aangeven problemen te ervaren met toegankelijkheid of vervoer, gaat er soms of regelmatig niet op uit, terwijl men dat wel wil en/of van plan is.
Imagokenmerken
In het onderzoek zijn 15 imagokenmerken (zowel positief als negatief) aan respondenten voorgelegd. Binnen zowel de afdelingsdeelnemers, vaarvakantiedeelnemers en pashouders van de Zonnebloemauto als de potentiële deelnemers wordt de Zonnebloem, net als in 2019, vooral gekoppeld aan ‘zorgt voor plezier’, ‘betrokken’ en ‘volop genieten’; drie kenmerken die de Zonnebloem graag wil uitstralen. Twee kenmerken die binnen alle vier de doelgroepen (en van jong tot oud) beperkt aan de Zonnebloem worden gekoppeld zijn ‘aantrekkelijk’ en ‘van deze tijd’. Deze twee laatstgenoemde kenmerken zijn echter belangrijk om nieuwe deelnemers te bereiken en huidige deelnemers te blijven binden.
Nieuwe concepten
In het onderzoek zijn ook enkele nieuwe concepten aan de (potentiële) deelnemers voorgelegd. Daaruit blijkt dat er meer behoefte is aan actievere activiteiten en een aanvullend vakantieaanbod waarvan men met eigen partner/gezin gebruik kan maken. Ook is er behoefte aan vervoersoplossingen op lokaal niveau, zoals een bezoek aan een winkel, een vriendin, of een horecapunt in de eigen woonplaats. Deze ideeën en antwoorden worden uitgewerkt en in 2023 aan de Nationale Vergadering voorgelegd.