De wereld staat op zijn kop. Een virus heeft zich een weg gevreten in onze samenleving en het is voorlopig nog niet weg vrees ik. Het is raar, het verloop, de reacties van mensen. Ik zal eerlijk zijn, in het begin nam ik het eigenlijk niet zo serieus, maar al vrij snel drong de ernst van de situatie aan me door.
Het is raar. Voor mij verandert er eigenlijk vrijwel niets. Ik kon al weinig en daar dat blijft zo. Ik lag hier en ik lig hier nog steeds. Ik kwam al weinig buiten en ook dat is niet veranderd. Even had ik de hoop dat mensen zich een beetje beter zouden kunnen inleven in ons leven, het leven van de chronisch zieke. Het verplichte thuisblijven, even konden mensen zelf ervaren hoe het voelt ‘opgehokt’ te zijn. Even had ik de hoop dat er begrip zou komen voor onze situatie. Even was er meer begrip, even...
Ik doorliep net als iedereen een aantal stadia. De eerste was dus het stadium van weinig verandering. Het was mooi weer, manlief en ik zaten in het zonnetje voor ons huis en genoten van de rust op straat. Verder merkte ik er weinig van, manlief moest gewoon werken, alleen zoonlief was thuis. Die laatste zat echter compleet puber-eigen op zijn zolderkamer dus veel verschil was er niet. En toen kwam het tweede stadium. Ik heb een behoorlijk recalcitrant stemmetje in mijn hoofd. Ineens kwam binnen dat ik nu niet alleen niet naar buiten kón, maar ook niet naar buiten mócht en dat laatste ‘triggerde’ dat opstandige stukje in mijzelf. Ineens voelde ik mij opgesloten, terwijl er eigenlijk niets veranderde, behalve dat ene, drieletterige woordje.
Ik ben een van die kwetsbaren die we moeten beschermen. Met dank aan een aantal longembolieën een paar jaar geleden ben ik toegevoegd aan deze doelgroep. Ik zie met lede ogen aan hoe het begrip van het eerste uur omslaat in opstandigheid. Ik begrijp de drang van de mensen naar buiten te kunnen, ik vecht er iedere dag mee. Het grootste verschil is dat dit tijdelijk is voor de meeste mensen. Voor ons chronisch zieken is dit blijvend, dat stukje begrip kunnen we dan ook goed gebruiken. Ik begrijp dat we de wereld niet eeuwig kunnen afsluiten, ik begrijp de aversie tegen het ‘nieuwe normaal’. Wat ik niet begrijp is de hypocrisie van sommige mensen. Nu schreeuwen ze moord en brand omdat ze niet op bezoek kunnen bij oma, maar heel eerlijk, hoe vaak namen ze de tijd eerder?
Natuurlijk is het zuur, de afstand doet pijn. Ik mis mijn vriendinnen, alleen om een andere reden. Ook daar is niet kunnen veranderd in niet mogen. Ik worstel met de wijsheid, met wat wijsheid is. Wie moet je geloven, wat is waar? Ik lees complottheorieën, ik lees zoveel waarheden en nog meer onwaarheden of laat ik zeggen bedenkelijkheden, onderscheid dan maar eens de zin van de onzin. Ik luister maar naar mijn eigen wijsheid. Ik pas op, ik zoek de drukte niet op, ik blijf weg uit de winkels, ik lig dus nog steeds gewoon thuis.
Chronisch ziek zijn in het ‘Corona tijdperk’ is dus voor mij niet zo heel veel anders dan chronisch ziek zijn voor het ‘Corona tijdperk’. Ik onderhoud video contact met dok en heb mijn andere zorgafspraken afgezegd. Ik krijg inmiddels mondjesmaat weer bezoek en daar ben ik blij om, het breekt de dag. De beperkingen blijven, Corona of niet.