Met een enorme pan Glögg (Scandinavische glühwein) op mijn voetensteun zit ik op mijn scootmobiel uitgelaten bekertjes te vullen voor onze buren. Warme chocolademelk met marshmallows voor de kindjes. Het lijkt wel een après-ski, lachen we. Een beetje onwerkelijk door de hoeveelheid sneeuw die ons plein wit maakt.
Onwerkelijk, zo voelt voor mij afgelopen tijd ook aan. In mijn directe kring, zeg maar het meest dichtbij, heb ik te maken gekregen met heftige ziektes en overlijden. De poes. Mijn lieve poezenbeest Sout is vrij onverwachts overleden. Ik heb eigenlijk nog maar erg weinig te maken gehad met de dood. Het hakt erin. Deze kat is voor mij van enorme betekenis geweest. Tijdens mijn operaties lag zij altijd bij mij en was zij mijn steun en toeverlaat. Een enorm kaal gevoel om iets wat letterlijk tegen je hart ligt, ineens niet meer bij je te voelen. Ook één van mijn allerbeste vrienden ontspringt de dans niet. Kanker met teveel uitzaaiingen. Twee jonge kindjes, de liefste man, en een heel leven om nog te vullen. Maar de tijd schiet ineens te kort. Mijn blik naar oudere mensen verandert. Voor haar nog meer. Met al haar kracht en vrolijkheid zie ik haar worsteling om er iedere dag nog iets moois van te maken. En dan krijg ik ineens een telefoontje. Te vroeg in de ochtend. Papa heeft een hartinfarct gekregen en is met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Nog voor de grote sneeuwval heb ik hem weer thuis kunnen opzoeken. Het leven is te kort, denk ik. Te kort om je druk te maken over kleine onbenullige dingen. En toch gebeurt dat al een tijd bij mij. Ik denk omdat ik mij meer wiebelig voel door deze gebeurtenissen. Mijn nagels zijn afgekloven en ik ben snel van de leg.

De witte wereld voelt als een heerlijke witte deken die over alles heen komt te liggen. De knisperende frisheid zorgt ineens dat ik weer wat meer kan ademhalen. En het licht wat schijnt maakt dat mijn ogen weer wat gaan stralen. In mijn scootmobiel die ik nu liefkozend sneeuwmobiel noem voel ik mij de koning(in) te rijk want door mijn drie wielen heb ik prima grip om te blijven rijden.
Nu met kleine stapjes ook het staan en lopen steeds iets beter gaat wilde ik zo graag ook weer eens op de schaatsen staan. Al is het maar tien minuten. Ik duik mijn kast in en vindt mijn spiksplinternieuwe Roses schaatsen die ik vijf jaar geleden had gekocht, voordat ik geopereerd moest worden en in een rolstoel belandde. Ik glimlach bij de gedachte hoeveel ik rondom de pijn in mijn benen heb doorgemaakt en vooral dat ik nu op dit punt ben aangekomen. Voor heel even sta ik achter de rolstoel, in plaats van erin.