Ad Jan en Everts vriendschap is uit de kunst

Ad Jan Klop is net volwassen als zich bij hem een stofwisselingsziekte openbaart. Hetzelfde gebeurt bij zijn zus. Intussen zijn ze dertigers en misse n geen activiteit van de plaatselijke Zonnebloem. Ad Jan zoekt steevast het gezelschap op van Evert, die zijn liefde voor kunst aanwakkerde. Onlangs genoten ze samen van een bezoek aan het Rijksmuseum. 

Ad Jan woont met zijn zus Rianne bij hun moeder in Hardinxveld-Giessendam. Het gezin telt vier kinderen, die tot ze volwassen werden allemaal gezond waren. Daarna openbaarde zich eerst bij zijn zus en later bij Ad Jan een zeldzame, progressieve stofwisselingsziekte die het skelet aantast. Ze zijn hierdoor allebei afhankelijk van een rolstoel en spreken moeilijk. Vader en moeder Klop nemen de zorg voor hen op zich. Tot vader Klop overlijdt bij een ongeval. Sindsdien doet moeder, inmiddels 73 jaar, dat zelf.

Fijne gesprekken

Ad Jan en Rianne missen geen activiteit van de afdeling Hardinxveld-Giessendam. Best bijzonder, want ze zijn de enige jonge deelnemers tussen de vijfenzestigplussers. Of er nou een barbecue is, een vaartocht over de Kagerplassen of een knutselmiddag: ze zijn van de partij. Ad Jan heeft ook een extra reden waarom hij graag naar activiteiten gaat: de fijne gesprekken met Evert van Lopik, man van afdelingsvoorzitter Alie van Lopik, die als projectvrijwilliger bijspringt bij uitjes.

Vuurtje

Evert is beeldend kunstenaar, iets waar Ad Jan interesse in heeft. “Het begon met vragen”, vertelt Evert. “Wat beeldende kunst precies is bijvoorbeeld.” Maar al gauw wakkerde dit bij Ad Jan een vuurtje aan. “Ik had altijd al interesse in oudheid en kunst. Door het contact met Evert begon ik steeds meer steeds meer televisieprogramma’s over kunst te kijken. Het is leuk om met hem hierover te praten.” 

Mannen onder elkaar

Op een dag zegt Ad Jan tegen Evert dat hij graag naar het Rijkmuseum wil om de Nachtwacht met eigen ogen te zien. Dat laten Evert en Alie zich geen twee keer zeggen. Ze geven zijn wens op voor de 70 Zorgeloze Zonnebloemdagen en winnen een dag huur van de Zonnebloemauto. De avond voor vertrek gaan ze bij Ad Jan langs om alles door te spreken. “Wij vonden het best spannend, want hij heeft sondevoeding en een strikt dieet. Hij was vooral heel opgetogen. Toen we binnenkwamen vroeg hij aan mijn man: ‘Evert, wat trek jij aan?’ Zo leuk die vraag. Echt mannen onder elkaar! Je merkt aan alles hoe fijn hij het vindt om met een man op stap te gaan. Ongetwijfeld ook omdat hij zijn vader al een paar jaar moet missen.” 

Doorgeefluik

De volgende dag in de Zonnebloemauto gaat het gesprek de hele weg over - 3 keer raden - kunst! “Ad Jan vroeg mijn man het hemd van het lijf”, vertelt Alie. “Ik was het doorgeefluik, want Ad Jan zat achterin en mijn man voorin, achter het stuur. Hij vroeg dingen als: ‘Evert, hoe werk jij: abstract of realistisch?’ Zo bijzonder hoe hij groeit in dit onderwerp.” Dat vindt Evert ook. “Het is leuk om met Ad Jan over kunst te praten. Het is mijn werk en iets waar ik graag over praat. Ik merk ook hoe hij zich erin verdiept. Voor zo’n museumbezoek als dit bereidt hij zich ook echt voor.” 

Nachtwacht

Eenmaal aangekomen op het Museumplein kijkt Ad Jan zijn ogen uit. Het imposante gebouw, vrolijke straatmuzikanten die een deuntje spelen, de mensenstromen die voorbijgaan. Binnen valt hij al helemaal van de ene in de andere verbazing. Ad Jan: “Ik kom ogen te kort. Evert kan me alles vertellen over wat ik zie. Dat maakt het nog leuker.”

Samen gaan de mannen helemaal op in hun passie, met hun neuzen op het doek. De Nachtwacht als onbetwist hoogtepunt. Tussen de vele toeristen en een klas schoolkinderen bespreken Ad Jan en Evert wat ze allemaal zien op het enorme doek. “Heel indrukwekkend om het in het echt te zien”, zegt Ad Jan. “Ook hoeveel mensen erop afkomen trouwens.”

Grootste lol

Tot slot bezoeken ze de museumtuin. De zon schijnt en Evert duwt de rolstoel van Ad Jan steeds heen en weer door twee dubbele fonteinen. Ad Jan heeft de grootste lol, want het is elke keer kantje boord of ze hebben allebei een nat pak. Praten kost Ad Jan weliswaar veel moeite, zeker nu hij moe is. Maar zijn ogen spreken boekdelen. Ze glinsteren volop. “Het was een superdag.” Evert knikt. “Vond ik ook. Zullen we binnenkort een ander museum uitkiezen om naartoe te gaan?” Ad Jan knikt. “Ik wil morgen wel weer. Al ben ik wel een beetje moe.” Ze schieten in de lach. Druk pratend over kunst gaan ze richting huis.