Wat mij nog wel het meest fascineert is dat de wereld vanuit een rolstoel er echt anders uitziet. Je blikveld komt vanuit een andere hoek.
Toen ik na enkele jaren weer begon te fietsen was ik eveneens zo verbaasd hoe ongelooflijk hoog ik zat. Alsof ik op een enorm politiepaard zat. Duizelingwekkend trapte ik langs de Amstel, waarbij ik tegenliggers weer direct in de ogen kon kijken. Ik rechtte mijn rug. Je zag ineens helemaal niets meer aan mij. Tijdens de volgende fietstocht trok ik mijn zwarte mantel aan en plots voelde ik mij even zoals ik had gedacht dat mijn leven zou lopen. Een jonge vrouw met een flitsende carrière die onderweg was naar een gezellige borrel met vrienden of zoiets. Ik fantaseerde mij gelukkig. Op dat moment was ik voornamelijk een mindervalide huismoeder waarbij iedere dag meer overleven was dan genieten.
Hoe mensen naar je kijken kan zo’n verschil maken in hoe je de maatschappij beleeft. Met Rosie achterop mijn scootmobiel ervaar ik voornamelijk dat mensen ons er, tja wat is het woord, misschien wel ontwapenend uit vinden zien. Ze lachen, zwaaien naar haar of naar ons. Men helpt mij waar het maar kan. Opvallend zelfs.
Als ik nu een klein stukje loop en ik met Rosie in de rij sta dan wordt er weer als vanouds gewoon voorgedrongen. Maar in mijn scootmobiel wijkt iedereen uit. Mensen hebben geduld. Terwijl mijn blikveld vanuit mijn rolstoel anders is, kijken mensen ook anders naar mij. Heftig ook om te merken. Het besef dat als je er anders uitziet je meer meekrijgt van een hardere/zachtere kant van de maatschappij terwijl je er zelf helemaal niets aan kunt doen.
Afgelopen weekend heeft mijn vriend mij verwend met een pre-kerstcadeautje: een heerlijk dagje naar de sauna. Het was druk. Wat nogal in contrast stond met waar wij behoefte aan hadden (en wat je verwacht bij een sauna). In het restaurant bij de koffie vertelde ik hem over het passeren met mijn rolstoel van andere gasten. “Maar schat, het geeft toch niet, dan is het even wat drukker en stappen mensen maar aan de kant.” Waarop ik hem aankeek en zei: “eh, maar jouw blikveld zit net even ergens anders.” We gierden het uit van het lachen!